Benjamin Péret

Benjamin Péret (1899-1959) was een Franse dichter uit de avantgarde van de jaren 20 van vorige eeuw. Het volgende gedicht komt uit zijn bundel Le Grand Jeu uit 1928. 

Sans Tomats, pas d’artichauts

Mes tomates sont plus mûres que tes sabots          
et tes artichauts ressemblent à ma fille           

Sur la place du marché
il y avait une tomate et un artichaut
et tous deux dansaient autour d’un navet
qui tournait sur sa racine

Dansez tomate dansez artichaut            
le jour de vos noces sera clair comme le regard des carpes
Les sabots qui nous contemplent
en pleurent des larmes de poires blettes
et s’ils chantent ils font un bruit de cercueil
qui éclate et fait surgir un cadavre
Le cadavre bat des mains comme un caillou dans une vitre
et dit
Non tu n’auras pas ma tomate à ce prix-là


Bij zo’n gedichtje is weg te dromen en een werkelijkheid voor te stellen: Het is in de jaren twintig van de vorige eeuw. De eerste Wereldoorlog is afgelopen, in Rusland was er een revolutie. De tijden zijn modern. Benjamin Péret woont nu in Parijs, bevriend met Picasso, Tristan Tzara, André Breton, Louis Arragon, Paul Éluard, doet mee met dada, cubisme, surrealistisch.
Hij komt net uit het boekwinkeltje annex de margedrukkerij Shakespeare  & Company van Sylvia Beach aan de Rue de l’Odeon. Daar heeft hij James Joyce nog even ontmoet. Misschien zou Sylvia Beach zijn bundeltje willen drukken? Was hij op weg naar de set van Entr’ acte, een korte dadaïstische film van René Clair met Eric Satie en Francis Picabia, om daar als figurant aan mee te doen aan de gefilmde optocht?Nu loopt hij over een markt in het Quartier Latin, staat voor de groentestal, is vrolijk als een hedendaagse SP’er, een rode tomaat, niet zo lomp als die naast hem op klompen. Hij denkt bij de artisjokken, met al die rokken, aan zijn meisje, de zangeres Elsie Houston.
De tomaten en artisjokken ziet hij met elkaar dansen, rond een koolraapje dat een pirouette maakt. Hij moedigt ze aan, alsof het een net gehuwd paar is, helder en fris als karpers van glaskristal in het kraamje met snuisterijen ernaast.
De houterige klompen daarentegen huilen tranen zo groot als beurse peren. Zingen ze, dan knarsen die klompen als een openbarstende doodskist waaruit een kadaver oprijst dat in zijn handen klapt en het lawaai maakt van een steen door een ruit.
Nee, hoort Benjamin Péret zeggen, die tomaat is niet te koop voor die prijs, alsof het geluk van die tomaat en die artisjok niet verpest mag worden door agressie, opklopperij of bangmakerij.

De afbeelding is van een tekening  door André Breton.
Van de bundel Le Grand Jeu verscheen in 1989 een vertaling in het Nederlands door Valère van Gerrewey bij het Pablo Nerudafonds te Brugge: Het grote spel. Zie hieronder.
De film Antr’acte is geheel te zien op het internet.
Zie verder het elegante boekje Twee vrouwen, twee uitgevers. Sylvia Beach en Nancy Cunard in het Parijse literaire leven van de jaren 20, geschreven door Lucas Bunge, een uitgave van Uitgeverij De Buitenkant. 

Zonder tomaten geen artisjokken

Mijn tomaten zijn rijper dan jouw klompen
en jouw arisjokken lijen op mijn lief

Op de marktplaats
bevonden zich een tomaat en een artisjok
zij dansten beide rondom een raap
die op zijn wortel wentelde

Dans tomaat dans artisjok
Jullie bruiloft zal helder zijn
helder als de blik van glazen karpers
De klompen die ons aanschouwen
wenen tranen van beurse peren
wanneer zij zingen knarsen zij als een doodskist
die barst en een lijk onthult
Het lijk klapt in de handen
Een kei die een ruit breekt
en verklaart
Nee voor die prijs krijg je mijn tomaat niet