Emily Dickinson (Armherst, Massachusetts, 1830 – 1886). Na haar dood waren er in haar nalatenschap bijna 1800 ongepubliceerde gedichten die haar leven documenteerden. Dit is nummer 465.
I heard a Fly buzz — when I died —
The Stillness in the Room
Was like the Stillness in the Air —
Between the Heaves of Storm —
The eyes around — had wrung them dry —
And breaths were gathering firm
For the last Onset — when the King
Be witnessed — in the Room —
I willed my Keepsakes — Signed away
What portion of me be
Assignable — and then it was
There interposed a Fly —
With Blue — uncertain stumbling Buzz —
Between the light — and me —
And then the Windows failed — and then
I could not see to see —
Toen Emily Dickinson dit gedicht schreef was ze nog lang niet dood, maar ze fantaseerde er wel over. Stel je voor dat je het Elysium voor je ziet, hemelse uitzichten, Iichtjes en verlossing. En dat dit dan irritant verstoord wordt door het volhardende gezoem van een miezerige bromvlieg.
Het is eigenlijk een humoristisch tafereel. Ze heeft al haar herinneringen op orde, het belangrijke geschift van het onbelangrijke. De Koning heeft zich al gemeld in de stervenskamer. Met hoofdletters wordt het ene verheven en streepjes, zoals dat in haar gedichten steeds gaat, brengen rust en vrede. En dan komt die bromvlieg dat verstoren.
Vliegen zijn inderdaad plaaggeesten, die bovendien symbool staan voor sterfelijk- en vergankelijkheid.
Blauw? Haar uitzicht wordt teniet gedaan. I could not see to see —. “Mijn zicht het zien voorbij” is de vertaling van Jan Eijkelboom, die het gedicht vertaalt met respect voor de hoofdletters, streepjes en het rijm. De vertaling staat in de bundel De Ziel moet altijd op een kier, uitgegeven door Wagner en Van Santen in 1996:
Ik hoorde ‘t zoemen van een Vlieg —toen ‘k stierf —
De stilte in de Kamer
Was de Stilte in de Lucht —
Bij storm tussen de Vlagen.
Rondom, de Ogen drooggewrongen —
En Ademhaling haast hersteld
Voor’t laatst gevecht — wanneer de Koning
Zich — in de Kamer — meldt —
‘k Vermkte mijn Herinneringen,
Deed afstnd van de dingen
Waar ‘k afstand van kon doen — toen was ‘t
Dat er een Bromvlieg tussenkwam —
Met Blauw — onzeker struik’lend Zoemen —
Tussen het licht — en mij —
En toen faalden de Ramen — toen
Was mijn zicht het zien voorbij —
Ooit, maar dit geheel terzijde, dacht ik dat onze Mirre, ze zat toen nog op de middelbare school — ik was er echt van overtuigd — dat Mirre dus Emily Dickinson bewonderde. Ik vroeg haar daar toen naar, en zij wist van niets. Ook een illusie armer.

Het portret van Emily Dickison werd gemaakt door dichteres en kunst’nares Sophie Herxheimer.