Rodaan Al Galidi

Het gedicht van Rodaan Al Galidi, dat ik las in het tijdschrift Het Liegend Konijn, editie 2008 nr. 1, gaat klaarblijkelijk over zijn aankomst in Nederland als asielzoeker, om hier een nieuw bestaan op te bouwen. Rodaan Al Kalidi (1971) vluchtte uit Irak en kwam met het viegtuig aan in Nederland in het jaar 1998. 

BESTAAN

Zoals het vliegen druppelt van gebroken vleugels
valt blauwe stilte op steen.
Mijn binnenkant is voortaan de enige plek waar ik reis.
Ik ben de rijstvelden vergeten, de dadelpalmen,
de gewonde zwanen door witte mist omgeven.
Op het paard van mijn portemonnee kwam ik hier aan.
Mijn hart is mijn bankpasje,
de zon, de maan en haar ogen mijn pincode.
En nu ben ik hier, in het koninkrijk
van vallende wateren en opstijgende ambtenaren
als een kwartiertje vertraging in regen.
Mijn vertrek is mijn enige bestaan.
Ik moet gaan,
naar het Zuiden als deze stilte het Noorden,
naar het Noorden als deze stilte het Zuiden is.

Blauw, licht en stilte tot de horizont, zo dichtte ooit J.A. Dèr Mouw, om een situatie van vrede en vrijheid te duiden. Blauwe stilte, een geliefde afbeelding voor fotobehang of art prints. Het grote blauwe waar je uit kan vallen of in kan vallen. De landing uit het luchtruim is op harde steen. De vlucht is met tranen en gebroken vleugels. 

Waar hij thuis was is hij niet meer veilig. De Iraakse rijstvelden, in het stroomgebied van de Eufraat en de Tigris, van de zoete dadels en de gewonde zwaan, zij zijn ver weg. Reizen doet hij slechts nog in zijn hoofd, zijn fantasie en herinnering.

Hij kon op de vlucht omdat hij daar geld voor had, een portemonnee en een bankpasje. En ook de weet van wat toegang geeft en overal is: de zon, de maan en haar ogen.

Hij is nu in het land van Rijn, Maas en Waal. Hoe maakt hij kennis met ons landje? In eerste instantie met het klimaat en met de ambtenaren. De regen komt van boven en de regels van beneden.

Hem is geen rust gegund. Als het stil is in het Noorden moet hij weg naar het Zuiden, en als er dan rust is in het Zuiden wordt hem opgedragen naar het Noorden te gaan. 

Rodaan Al Galidi ontvluchtte Irak om de dienstplicht bij Saddam Houssein te ontlopen. Hij is afkomstig uit de stad Erbil, een grote, zeer oude stad in het noordelijke Koerdische deel van Irak. Na omzwervingen in Azië, landde hij in 1998 in Nederland. Bij ons vroeg hij asiel aan, dat hij niet kreeg. Hij verbleef tot in 2007 in asielcentra en pas bij een generaal pardon in dat jaar kreeg hij permissie hier te blijven. Hij had inmiddels met woordenboeken en vertalingen van wereldliteratuur Nederlands geleerd. Zijn moerstaal is het Arabisch. Anno 2024 heeft hij ruim tien romans geschreven en zijn er bijna  evenveel bundels poëzie van hem verschenen. Hij ontving diverse literaire prijzen.

De afbeelding is een luchtfoto van de citadel van Erbil.