J.C. Bloem

Ik had een gesprekje met de dichter J.C. Bloem (1987-1966) op een bankje in het Oosterpark in Amsterdam.

H. Goedemorgen, meneer Bloem. Leuk u eens te spreken. U houdt vast wel veel van de natuur….
B: Natuur is voor tevredenen of legen.
H: Nou, nou
B: En dan, wat is natuur nog in dit land?
H: Zegt u het maar
B: Een stukje bos, niet groter dan een krant.
H: Dat lijkt me overdreven
B: Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
H: U bent erg pessimistisch
B: Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
H: Dat klinkt niet bepaald idyllisch
B: De’ in kaden vastgeklonken waterkant,
H: En de wolken?
B: De wolken, nooit schoner dan als ze, omrand
Door zolderramen, door de lucht bewegen.
H: U bent een bescheiden, niet veeleisende man
B: Alles is veel voor wie niet veel verwacht
H: Dat hebt u mooi gezegd
MB: Het leven houdt zijn wonderen verborgen
H: Ik vraag het me af
B: Tot het ze, opeens, toont in hoogste staat. 
H: U zegt het alsof u het zelf niet gelooft, wellicht zou u dat graag willen?
B: Dit heb ik bij mijzelve overdacht
H: U laat zich niets wijs maken, bent een bedenkelijk man
B: Verregend, op een miezerige morgen
H: Tsja, in die situatie…
B: Domweg gelukkig,
H:                                 Toch?
B:                                             in de Dapperstraat.
H: Goh, daar was ik vanmiddag ook nog, op de markt. Straatkrant gekocht van een dakloze. Pondje kaas en een kilotje tomaat voor de halve prijs. De markt was al aan het sluiten. Een vrouw werd boos omdat ze dacht dat ik voorkroop. Ik wilde snel naar huis omdat het begon te regenen. Buiten was het koud, maar thuis benauwd. Dus toch maar weer even naar het park, waar ik u nu tref in aangename ellende.

De antwoorden van Bloem vormen samen het sonnet De Dapperstraat.

Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan, wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, niet groter dan een krant.
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.

Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De’ in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit schoner dan als ze, omrand

Door zolderramen, door de lucht bewegen.
Alles is veel voor wie niet veel verwacht
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hoogste staat. 

Dit heb ik bij mijzelve overdacht
Verregend, op een miezerige morgen
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.

Ik kende eigenlijk alleen de laatste zin van het gedicht, en dan nog onvolledig, want zonder komma, alsof er staat dat hij domweg gelukkig is in de Dapperstraat.

De titel van de bundel luidt Quiet though sad. Een mooie duiding: hoewel somber, toch gelukkig dankzij de euvele berusting. Een gedicht om uit je hoofd te leren en je hart te vullen.