Frans Budé

Bij een renovatie van zijn achtertuin in Maastricht, in het Jekerdal was het, worden skeletten gevonden. Archeologen onderzoeken de vondst nauwkeurig en bepalen dat het om Franse soldaten van Lodewijk XIV gaat, de Zonnekoning, die in 1673 Maastricht belegerden. Vanuit zijn raam bekijkt hij de plek mijmerend en filosoferend. De bundel een huis in de grond uit 2003 is van Frans Budé.

Veldtocht

Het waren jullie, rook uit as en eeuwen, 
het tuinhek ging op slot, een poort
die er niet was draaide open, elk woord

werd luider aan het oor gebracht. Dat men 
elkaar de weg wijst, het ochtendlicht begroet,
stap voor stap aandringt, aanklopt, terwijl

het huis bij terugkeer vol verwachtingen.
Rivieren langs, heuvels. Laten weten dat je komt,
en afdaalt richting oever. Dat je ruimte krijgt,

plots onder de muren van de stad tussen de lakens
van de dood stapt, broos, tot op het bot ontkleed.

Een rijke bundel met 9 gedichten, fotootjes van de plek in de tuin en gedachte citaten van de soldaten. Verleden en heden vloeien in elkaar over. De dichter verplaatst zich in de soldaten. Hij droomt wat zij zouden kunnen dromen. Terwijl wind nu is en plantengroei nu en de grond dezelfde als toen. 
Twee werelden schuiven in elkaar: de veldtocht van de soldaten en een ochtendwandeling van de dichter. Die wandelt zijn tuin uit, doet het tuinhek op slot, en gaat door een denkbeeldige poort een vroegere wereld in. Hij wandelt door de Limburgse heuvels, (op grenspaaltjes het jaartal 1843, verwijzend naar een andere oorlog,) groet bekenden en kondigt zijn aankomst aan. Hij stelt zich de soldaten voor die eeuwen geleden eenzelfde tocht maakten, vol levenslust en goede moed. De lakens lagen te bleken aan de voet van de stadswal. Zij werden aangekondigd en opgewacht. Zo vonden zij de dood. De dichter projecteert zich. Het toen verschuift naar het nu. Het daar verplaatst naar het hier. Een beter woord voor verplaatsing en verschuiving is in dit verband wellicht het ook Freudiaanse en dubbelzinnige begrip “verdichting”. De witte schone lakens zijn ook de lijkwaden. De witheid is ook van de knekels in zijn tuin. Hij is de soldaat. Hij is dan broos, zoals hij denkt over de kwetsbaarheid van het leven.