Neeltje Maria Min (Bergen, 21 juli 1944). In 1966 verscheen haar bundel Voor wie ik lief hen wil ik heten. De oplage was toen al enorm: 7000. En in de afgelopen 60 jaar verschenen bijna 30 herdrukken. Wie kent dit wondermooie gedicht nog niet? Ze was nog geen 22 jaar oud toen ze het schreef.
Mijn moeder is mijn naam vergeten,
mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
Hoe moet ik mij geborgen weten?
Noem mij, bevestig mijn bestaan,
laat mijn naam zijn als een keten.
Noem mij, noem mij, spreek mij aan,
o, noem mij bij mijn diepste naam.
Voor wie ik liefheb, wil ik heten.
Een bedacht gesprek met de dichteres:
Dag mevrouw Min. Ik was altijd een beetje bang voor u, maar nu niet meer. Ik wilde u een paar vragen stellen over dat beroemde gedicht van u: Voor wie ik lief heb wil ik heten. Ik kan me voorstellen dat dat niet zo hoeft voor u. Maar toch. Dus laat ik beginnen. Moeders zijn belangrijk. Ze zetten je op de wereld, zogen je, zorgen voor je. Ze raken je aan, aaien je, knuffelen. Voor dochters zijn ze misschien wel extra belangrijk. Hoe zou u uw moeder kenschetsen?
mijn moeder is mijn naam vergeten,
Dat is precies wat bij mij zoveel vragen oproept. Wilde ze u niet kennen dan? Ze had toch geen Altzheimer? Ontkende ze dat u bestond? Wat had dat voor effect op u? Als je moeder je naam is vergeten, weet je die dan zelf nog wel? Weet je dan wel wie je bent? Misschien geef je zo’n probleem wel door aan je eigen kind.
mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
Hoe oud is uw kind dan? Heeft het al wel de leeftijd om te weten dat u de moeder bent? Een kind noemt haar moeder mamma, maar als het 2 jaar is en al een beetje kan praten, weet het meestal al wel de naam naam van moeder. Voor de ouders is dat bijzonder, toch, dan ben je trots op je kind. Je kind voelt zich veilig en zeker bij de moeder, krijgt het gevoel dat het bij de ouders hoort. En andersom is dat toch ook zo?
hoe moet ik mij geborgen weten?
Dat zou ik dan ook niet weten, als zowel je moeder als je kind je niet borgen. Onzekerheid hoort wel bij het bestaan, maar wat u zegt lijkt me vrij extreem. Wat zou u tegen de mensen willen zeggen?
noem mij, bevestig mijn bestaan,
Ah, natuurlijk. Dat zou dat gemis draaglijk maken. Het is belangrijk dat je een naam hebt, een identiteit. Dat je herkend wordt, dat je aangesproken wordt, dat je een plaats hebt in je familie, je gezin, de gemeenschap waar je toe behoort. Misschien nog eens, wat is de betekenis van een naam?
laat mijn naam zijn als een keten.
U bedoelt dat uw naam de generatie voor u, van uw moeder dus, en de generatie na u, van uw kinderen, met elkaar verbindt. Vooral de achternaam. Dat er een lijn is waar u een schakel in bent. Dat u niet vergeten wil worden, dat men u herkent, dat men uw bestaan als vrouw, dochter, moeder, niet kan ontkennen.
noem mij, noem mij, spreek mij aan,
Wie heeft die behoefte niet? Is dat een kwestie dan van aspiratie, van carrière wellicht, van bevestiging dat je van betekenis bent? Hoe wilt u dat ze u noemen? Welke naam moeten we u geven. Nu weet ik het eigenlijk ook niet meer, ookal ben ik uw naam niet vergeten, toch weet ik niet hoe ik u moet noemen.
o, noem mij bij mijn diepste naam.
Dus dat is nog een moeilijke opdracht. Ik moet het menen hoe ik u aanspreek. Het heeft intensiteit. Uw diepste naam ligt onder de oppervlakte van uw voornaam en familienaam. Het herkent en benoemt wie u bent: uw branding en uw wandeling, uw ups en down, uw unicorn en uw tegenboog, uw eb en vloed, uw vinkenoog en uw picasso, uw leeuwenlever en uw leeuwinnenlongen, uw lengte, breedte en diepte, uw sperma, uw zon, uw maagd en uw ram, uw blad en uw stam, uw alles en uw niets. Zou uw moeder u zo kennen?
Ik snap wel dat u graag wil dat uw moeder, uw kind en andere geliefden van u houden. En ook dat u ondanks alles toch ook van hen houdt. U wilt minnen en gemind worden.
voor wie ik liefheb, wil ik heten.

De aquarel is van Anton Heyboer: Ik heb lief.