Balla en Belli

We verbleven in Calvi dell’umbria, een dorp boven op een heuvel, op de grens van de provincies Umbrië en Lazio. Een dagje Rome begint met een lange rit met de auto omdat op de autostrada A1 een ongeluk is gebeurd en de routewijzer b-wegen adviseert. We nemen de trein voor het laatste stukje en daarna de metro naar het park Villa Borghese. Ons doel die dag is het Casa Balla, Via Oslavia 39 b, het huis van de futurist Giacomo Balla, die leefde van  1871 tot 1958. Hij was één van de belangrijke futuristische schilders in de jaren rond de eerste wereldoorlog. Anderen waren Filippo Marinetti, Carlo Carrà en Gino Severini. 
Voordat we naar zijn Casa Balla wandelen bezoeken we de galeria nazionale d’arte moderna e contemporanea, waar we al diverse schilderijen van Balla zien, waaronder ook uit zijn impressionistische periode vóór 1910. 
Eén van de grote zalen is ingericht met hedendaagse, oudere en klassieke schilderijen en beelden over veldslag en oorlog. Daar had ook het hier afgebeelde gedicht van Balla kunnen hangen. Het gedicht gaat, denkelijk, over de eerste wereldoorlog. De kogels vliegen je om de oren. Zigzag sissende en fluitende geluiden van allerlei projectielen en verder het geboem van inslagen. Aan het eind van het gedicht raast een grote vuurbal knallend omhoog, spat uiteen en kleurt de lucht rood.

Een Gran palla di fuoco  is een grote vuurbal.
Na het bezoek aan de galleria eten we een pizza en zijn dan om drie uur op onze bestemming. 
De futuristen vormden een radicale groep in de avant garde van hun tijd en sloten aan bij de kubisten uit Parijs. Ze waren geïnspireerd door moderne zaken zoals snelle beweging, raceauto’s, electriciteit en kunstmatig licht. Ze omarmden gevaarlijk leven – vivere pericolosamente. 

Het huis van Balla begeeft zich op de vierde verdieping waar we via de trap naartoe moeten klimmen. De lift is voor de bewoners van de andere verdiepingen. Het huis is een opera d’arte totale (Gesamtkunstwerk). Gang, woonkamer, slaapkamers, toiletruimte en keuken zijn allen in de futuristische stijl van Balla beschilderd en hangen vol met zijn schilderijen. Ook de meubels, de lampen, het servies in de keuken, de vazen op tafel, de jasjes aan de kapstok en de schoenen van Balla zijn futuristisch vormgegeven.
De futuristen schreven nogal wat schreeuwerige pamfletten en manifesten waarin ze hun opvattingen over kunst en maatschappij verkondigden. Toen ik nog student was en psychologie studeerde heb ik die in een bijvak kunstgeschiedenis gelezen. 
In het weergegeven gedicht is het handschrift italic om beweging en snelheid uit te drukken. Ik kan het niet goed vertalen, maar zie en hoor het wroemmm, wroemm, táá-tíí-táá-tííí en zzzoefff erin doorklinken.
Wij leven het leven hier aanzienlijk minder snel en gevaarlijk, met de vertragingen in het verkeer, falend internet en wifi, de oude kapper die met het knippen van mijn haar drie kwartier bezig is en we maken langzame, niet al te lange vredige wandelingen in een heerlijk lentezonnetje.
Na onze uitstap kuieren we naar het Piazza Navone, dat vroeger op warme dagen soms tot vermaak van de gewone mensen onder water werd gezet. Wij bewonderen de fonteinen en eten een ijsje. Over dit plein nog een toegift, vooruit maar, van
Giuseppe Gioachino Belli (1791-1863). Hij was een volkse dichter uit Rome en schreef het volgende gedicht in Rooms dialect:

Piazza Navona

Se pò ffregà Ppiazza-Navona mia
E dde San Pietro e dde Piazza-de-Spaggna.
Cuesta nun è una piazza, è una campaggna, 
Un treàto, una fiera, un’allegria.

Va’ dda la Pulinara a la Corzía, 
Curri da la Corzía a la Cuccaggna: 
Pe ttutto trovi robba che sse maggna, 
Pe ttutto ggente che la porta via.

Cqua cce sò ttre ffuntane inarberate: 
Cqua una gujja che ppare una sentenza:
Cqua se fa er lago cuanno torna istate.

Cqua ss’arza er cavalletto che ddispenza 
Sur culo a cchi le vò ttrenta nerbate, 
E ccinque poi pe la bbonifiscenza.

De vertaling hieronder is van Arthur Hartkam, staat in Een monument voor het gewone volk

Sint-Pietersplein, Piazza di Spagna vallen
naast mijn Piazza Navona in het niet.
Dit is geen plein maar ’n landelijk gebied,
een markt, theater, een genot voor allen.

Doorkruis het plein in alle richtingen
van noord naar oost, naar zuid, dan weer naar west.
Inkopen doet men op dit plein het best
en eten kan men bij alle belichtingen.

Je vindt hier drie reusachtige fonteinen,
een obelisk gelijk een hartekreet,
en zomers zie je hier een meer verschijnen.

Ook is er een schavot met een soort stoel
waar je gemept kan worden op je reet,
zo’n dertig keer, plus vijf voor het goede doel.’