Jan Elburg (1919 – 1992) hoorde bij de vijftigers, de experimentelen, de Cobragroep. Het gedicht komt uit De vlag van de werkelijkheid, 1956.
dat de aarde niet denken kan
Loogwit wannemanshaffener
ik een oneetbare taart van talhout
en moeizaam denkend protoplasma
zelfs aan de eigen kleinheid onmeetbaar
mijzelf niet eens dierbaar
om deze ongelofelijk wanhopige liefdeloosheid
die ik mijn mensen noemen moet omdat
iedere poort een hoge blote spiegel is
de levenslange verbeten pijn
aan zijn gebeente gespijkerd te zijn
er is een groen groen land dat voor geen
rede vatbaar is dat van geen
weten weet of wreedheid
als boten bevaren de pitten het vruchtvlees van
de appel
de wereld
staat
met vurige hakken
op de vingernagels
van de plukker.
Loogwit, een bleekmiddel, bijtend. Hij is een one man haffener, een elf, of een boze alf misschien, die eenzaam en moeizaam naar nieuwe woorden staat te zoeken in het Oosten, aan de oever van een lagune aan de Oostzee. Jan Elburg ondertekende vaak kortweg met Elb.
Laatst de film Oppenheimer gezien. Atoombommen op Japan. McCarthy, achterdocht en verdachtmakingen. De koude oorlog tussen antikapitalisme en anticommunisme. Daar word je niet vrolijk van, maar toch een mooie film. En waar blijf je en ben je als dichter en beeldend kunstenaar in al dat geweld?
Hij komt uit het groene groene land, een polder in Zeeland. Hij woont in Amsterdam-Noord tussen de havenarbeiders. Wat kan hij als dichter?
Hij wappert een vlag van de werkelijkheid.
Schichtig, onzeker, maar wel kwaad over hoe de mensheid, waar hijzelf toe behoort, zich liefdeloos misdraagt. Hij ziet zichzelf in die spiegel. Met handen en voeten zit hij pijnlijk daaraan vast.
Het groene, groene land, zijn naieve polder, het knollenland met de twee haasjes waarvan er één geschoten wordt en de ander verdrietig achterblijft. Het is onredelijk.
Er staat gewoon wat er staat: pitten bevaren het vruchtvlees (alsof het boten waren) van de appel. Pitten zijn oneetbaar en bitter. Is het de appel van Eva, hebberig, met al haar gevolgen? Of is het de twistappel die aanleiding was voor de oorlog?
En verder staat er dat op de vingernagels van de plukker de wereld staat met vurige hakken. De wereld staat in brand. De vingernagels zijn de scherpe uiteinden van de hand.
Jan Elburg, hier een verontwaardigde vredelievende dichter die zich machteloos voelt.
De afbeelding is van Elb, van een recenter bundeltje uit de serie Brumes blondes onder redactie van Laurens van Krevelen.