Op 18 april 1992 stond de Ballade van de boer van Jan Cremer (Enschede, 1940) in de Twentse Courant, ter herinnering aan de Twentse boer Jan Hendrik Voortman, die in dat jaar op de leeftijd van 104 jaar was overleden.
Ballade van de boer
Hij houdt van het Twentse land met de kille winters
de hete zomers
dauwdruppels in de ochtendmist
de zonsopgang een kwartier vroeger
dan aan de Noordzee-kust
de sneeeuw die er het langst blijft liggen
de noordooster die er de scherven grond bevriest
hij houdt van het land waar dauw op de velden ligt bevroren
en het met rijp geglazuurde gras kraakt onder de klomp
waar een bleke zon zich door de nevel breekt
en de flanken der werkpaarden doet stomen
het ijzer van de ploeg doet blinken
als een zilveren zwaard een bliksemflits
Sinds eeuwen leven naast elkaar
de kromgegroeide boeren
de paarden, de koeien, de kater en de hond
de silhouetten van de vogels
het gele koren de rode aarde
de boer, hij bidt en steekt de spade in de grond
Hij houdt van de eerlijke geur van grond en mest
de gier over het natgegeselde land verspreid
de reuk van het Twentse land
het landschap der textielbaronnen
dat ooit met bloed, met zweet en tranen werd ontgonnen
waar arbeid adelt, maar adel arbeidt niet
Hij houdt van de regen die het gras neerslaat
motregen die de afgemaaide akkers gloeiend doet geuren
de goudgele korenvelden met de Roggewolf
het land moet zwart zijn
en dampende paarden trekken diepe voren door de aarde
Hij houdt van zware storm, het zwerk waar Donar
door de wolken jaagt
de kolkende wind
die eeuwenoude eiken doet kreunen, doet kraken
de stammen krommen, de bladeren zuchten, breken en
vluchten
en kraaien scheren boven velden met het ruisend graan
over de vlammende weiden en verschroeide aarde
hij houdt van de modder die de karrensporen vult
door ratelende wielen uit de geile grond geperst
die langzaam terugloopt en één wordt met het zware slik
van de aarde in de vuist tot sappige klei gekneed
met bloed en zweet gebluste grond
draagt hier voorgoed de schuld
Hij de erfpachter van Moeder Aarde
hoort tot dit dierbare land met mest en mist
Het gedicht staat ook in het bundeltje Verloren gedichten dat De Bezige Bij uitgaf tergelegenheid van haar 60e verjaardag anno domini 2004.
De ballade van de boer is ook de titel van het bekende gedicht van J.W.F. Werumeus Buning uit 1935, met daarin de onvergetelijke snede “en de boer, hij ploegde voort”. In de landschapsbeschrijving hoor ik Hendrik Marsman doorklinken, denkend aan Holland, uit 1936, dat gaat dan wel niet over Twente, maar toch ook wel.
Bombastische poëzie kan toch ook wel erg mooi zijn. En de boer mag gekoesterd worden die zo om zijn land en lucht geeft, niet per se krom gegroeid van bukken en zwaar tillen, maar de brasem in zijn sloten verwelkomt, de eieren van de grutto zegent, de boerenzwaluw een nest gunt, de structuur van zijn grond niet vernietigt met landbouwwerktuigen die zo zwaar zijn als dinosaurussen. Die de roggewolf, die meer bekend is als de korenwolf ofwel wilde hamster, beschermt. Ik hou van die boer en boerin en hoop dat zij de steun krijgen die nodig is om te overleven.
De aardappelpoter van Herman Kruyder)
Even kort door de bocht. Een andere boer, afgelopen jaar, vlagde blauw wit rood. Hij pootte zijn vlag bij een dode sloot. Geplant aan de kant van groen asfalt.
De afbeelding is van het schilderij van Herman Kruyder en is overgenomen van een catalogus uit 1983 van het Singer Museum in Laren (nh).