Lut de Block (Hamme, 1952), Vlaamse dichteres. Van haar het gedicht uit de bundel De luwte van het late middaguur uit het jaar 2002.

L.’ aren. saur 1: Augusta Bogaerts
Je schilderde me als rog, keerde me weerloos op mijn rug
en liet me lijdzaam liggen op het doek. Je schold me uit voor
slijmaal, schol, voor rotte vis. Je spuwde gal en gif, je noemde
me de zilte paaidoos van Pandora. En toch hield ik intens van je.
Jij, mijn luchtgenavelde Narcissus, opgetrokken uit dat driejarige ego
van je en die penetrerende lucht van verf en vis, van kuit en kut.
Jij, mijn hitsige, spinnende katvis, happend naar het licht,
het parelmoeren licht, het rauwe rood, dooraderd karmozijn.
Je hengelde naar roem en hunkerde naar liefde. Jij, bokkig als
een bokking en koppig als een kind dat elke zondag karnaval voorzag.
Ik was de sirene die je boeide, jouw ankerpunt, je zoete zeemeermin.
Jij mijn meer-dan-me-lief-was-man, mijn drieste droes, mijn dwarse
mythomaan, mijn zeeduivel, mijn zoetste zonnevis. Ik had je lief.
De dag loopt tot zijn eind. Augusta Bogaerts heeft geposeerd voor de Oostendse schilder James Ensor. Op andere dagen had zij minitieus voor de schilder een stilleven van schelpen en vissen gecomponeerd. Zij hadden een verhouding. James Ensor was geen gemakkelijke man en soms grof tegen vrouwen. Toch hield Augusta Bogaers van hem. Hij hield haar op afstand en hield ook van haar.
Dubbel is dubbel. Zoals de dubbelzinnige kunst van Ensor. Zoals in de titel van het gedicht l’ar ensour (de kunst van ensor) gelezen kan worden en je kan er ook zure haring in horen klinken.
Alle liederlijke, erotische en voloptueuze beelden, zowel van hem als van haar, zijn tegelijk prikkelend brutaal en beledigend grof.
Na het gedicht volgt uiteraard een tweede met eenzelfde titel maar een andere dame: L.’aren saur 2: Blanche Hertoge, met wie hij eveneens sjanste. Zij gaf James lik op stuk, liet zich niet ringeloren, en gaf hem wellustig toegang tot haar “boetiek van kant, jarretel en vlezig ondergoed” – om er inspiratie op te doen.