Hugo Claus

Over Oedipus, wiens lot het was zijn vader te doden en het bed te delen met zijn moeder schreef Hugo Claus, naar Seneca, zijn toneelstuk Oedipus (1971). Seneca volgde met deze tragedie Sofokles. Een cruciaal moment is de ontmoeting met de sfinx in de stad Thebe, die door de sfinx wordt geterroriseerd. Een oude man uit het koor:

Het raadsel richtte zich op.
Oedipus keek in zijn ogen zonder oogwit.
Het raadsel was een vrouw
met een harige muil, het bloed droop eruit,
en plensde op de verbleekte gebeenten
om haar heen, 
op de witte rotsen
waar zij haar nest bebroedde
van schedels en haren en beenderen.
Zij spreidde haar vlerken, en
haar staart sloeg haar dampen weg,
een hitsige leeuwin
die geeuwde van razernij.

En Oedipus zei:
Wat is je raadsel?

Zij dreef haar nagels in de rots
tot grint in zijn ogen spatte
en zand en haar speeksel,
Zij klauwde naar zijn haar,
zij wou zijn darmen.
Zij schreeuwde
Wie loopt ‘s morgens op vier poten
’s middags op twee en ‘s avonds op drie?

Oedipus: 

De mens! Ik!
Toen had ik moeten sterven. Het was 
mijn doodvonnis. Nu is het te laat. 
Toen had ik moeten sterven. 

De vader van Oedipus was Laios en de moeder heette Iokaste, koning en koningin van de Griekse stad Thebe. Nadat Oedipus Thebe heeft verlost van de Sfinx en nadat hij daarom met de koningin, zijn moeder Iokaste, mocht trouwen, werd Thebe opnieuw getroffen door een straf van de goden. Vanwege de bloedschande trof haar een vreselijke pestepidemie. Op zoek naar de reden van deze straf ging Oedipus te rade bij Theresias, de blinde ziener. Hij zet Theresias onder zware druk om te vertellen wat hij weet, en toen Theresias uiteindelijk toegaf en de gruwelijke waarheid vertelde, had Oedipus grote moeite die te accepteren. Oedipus scheldt Theresias uit, noemt hem een verrader, vervloekt hem. Bij Sofokles komt dan die belediging uit zijn mond: 
Τυφλός τά τ´ώτα τόν τε νουν τά τ´όμματ´εΐ (Regel 371 van Sophocles’ Oedipus Rex. Vert.:Blind ben je in je ogen, je verstand en je oren). 

Als ik met onze kinderen bergen beklom vertelde ik vaak het verhaal van Oedipus en dan was die belediging, luid en met veel consumptie, steevast de apotheose: “tuflos ta t oota ton te noen ta tommat ei”
Nu moet ik bij deze scene ook denken aan machthebbers die hun verlies niet accepteren en aan grof scheldende politici die de werkelijkheid verdraaien, waarheden ontkennen en achterdocht zaaien. Het is een ongelofelijke klootzak, Oedipus, tot ie ‘t toch te weet kwam, toen zattie stuk. Dan steekt hij zich zelf blind.
Het thema van Oedipus herpakt Hugo Claus in het toneelstuk Blindeman uit 1985. De afbeelding is de blinde Oedipus, een fragment van een schilderij van Howard Hodgkin. Het staat op het omslag van Blindeman.