Hans Magnus Enzenberger (Kaufbeuren, 1929) is een Duitse dichter en filosoof van wie veel werk in het Nederlands is vertaald. De vertaling van het gedicht hieronder is van Nini Brunt.
Lezing over de dichtkunst
Als dan ‘s woensdags dat lawaai komt,
het ratelende blik in de stank knalt
de emmers tegen de vuilniskarren dinderen,
Krak! Dat vreet en vermaalt alle afval
tot stof. Dat gevoel, als ze er weer
waren! Die afgunst! Die dankbaarheid!
Die leegte! Blijdschap en welbehagen!
Dan bekijk ik mijn tafel, mijn hand:
geen as meer, geen aardappelschillen.
Een betere wereld, tien minuten lang,
Zo vermetel zou ook ik graag zijn, zo nuttig,
zo niets-ontziend hulpvaardig als de vuilnismannen.
Zich bezinnend over zijn eigen rol en status als dichter en intellectueel. Op straat komt de vuilniswagen langs. Het is begin jaren zeventig (van de twintigste eeuw). De vuilnis werd nog niet gescheiden en de vuilnisbakken waren nog van zink. Hij was een gelauwerd schrijver en op het hoogtepunt van zijn roem. Anno nu – 2022 – verdient de vuilnisman ongeveer €2000 bruto per maand. Toen was roken heel normaal. De maatschappijkritische schrijver heeft zijn nut, evenals de vuilnisman. Hun waardering loopt uit de pas en de onvrede bij de vuilnismannen leidde in New York in februari 1968 tot revolte. Vlak daarna schreef Enzenberger dit gedicht. Remco Campert nam het in 1972 op in het tweede nummer van zijn tijdschrift Gedicht.
Rutger Bregman schreef in 2014 in the correspondent over de beroemde vuilnisstaking in New York, die negen dagen duurde : waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers. Bregman is ook schrijver van De meeste mensen deugen. Daarvan zijn al 25000 exemplaren verkocht. Over hem was er laatst nog een vraag in De slimste mens.
Hans Magnus Enzenberger deugt ook. Behalve toen hij als tiener lid werd van de nationaalsocialistische Hitlerjugend, waar hij uit werd gezet, naar eigen zeggen, omdat hij niet deugde.
En dan nog even over de titel van het gedicht, Lezing over de dichtkunst. Natuurlijk is het geen lezing, maar een gedicht, zoals de pijp van Magritte geen pijp was maar een afbeelding van een pijp. Is dichten een deugd, vergelijkbaar met het ophalen van vuilnis?