Roland Jooris

Roland Jooris (1936), Vlaams dichter, houdt van moderne kunst en moderne muziek. In zijn gedichten zijn de vergelijkingen en referenties daarnaar regelmatig te vinden. Zo ook in het volgende gedicht.

Webern

Als ingehouden woede
knokig in zijn vingerzetting
Een sonore kalmte
laat horen
… …. … zee de zee
achterwege aanwezig
ontdaan blijft dreigen
onuitputtelijk
op het aanspoelend thema
van haar variatie

als elke toon
die uit stilte lagen valt
…. ….. …… als ze
aanhoudend zich uitstrekt
intussen 

Anton Friedrich Wilhelm (von) Webern was een leerling van Schönberg en wordt tot de 2e Weense school gerekend. Hij componeerde in het twaalftoonssysteem. 
Een vriend van Jooris was Roger Raveel. In zijn schilderijen zijn er vaak lege onopgevulde maar omlijnde vlakken. 
Zo ook in het gedicht van Jooris. Veel wit, korte regels en inspringingen aan het begin van sommige regels.

In het gedicht gaat het over golfbewegingen, sonore kalmte en aanspoelende thema’s, over stiltevlagen en langdurigheid, tonen die zich uitstrekken. De speelwijze is met ingehouden woede. Stilte: “zich te ontdoen van taal, onweerbaar te vergaan, zich weg te schrapen in de kromte van een ontschorste langzaamheid” (geciteerd uit het gedicht Krom uit de bundel Gekras). Zoals die muziek van Webern is het gedicht atonaal en disharmonieus.
Daardoor zijn er ook golfbewegingen. Ritme is een belangrijk element. De tijd, normaal weergegeven door de gelijkmatige tikken van de klok, wordt schokkerig. Versnelling en vertraging leiden tot wisselend tijdsbesef, eventueel tot oneindigheid of tot afbreuk. Ook kromming van de tijd, zoals in de algemene relativiteitstheorie van Einstein. Tijd is buigbaar, wordt beïnvloed door buitentijdse krachten. 

De afbeelding is van het schilderij Een stap in het wit van Roger Raveel