Cornelis Bastiaan Vaandrager

Cornelis Bastiaan Vaandrager werd op 19 augustus 1935 geboren in Rotterdam en overleed 18 maart, 29 jaar geleden, op 18 maart 1992.

(Oehoe)                                Voor  Winkvank

Wie is daar?
Oehoe (dierebos) dikke bene (o lief antje).
Blijf maar.
Ik ben het.
Ik ben het maar.

(Metalon, pag 10)

dikke bene  is niet meer dan ik ben er (je olifantje). Ik sta onderaan de trap. Je hoeft niet naar beneden te komen. Je hoeft niet bang te zijn. Geen drukte astublieft. Ik ben het maar.

Het is niets, zo’n situatie, tot je er poëzie van maakt. Vermakelijke woordgrapjes en het geheel zegt toch iets. Hij “heeft schijt aan poezie” en dat is dan op zichzelf een poetisch zinnetje. In “gedichten” staat aan het begin dat zijn cyclussen uit het leven gegrepen zijn en daarom niet poëtisch bedoeld zijn. De werkelijkheid is poëtisch genoeg. Neem de volgende cyclus, beslaande 5 bladzijden, over Rotterdam:

Rotterdam

Kind: Waarom maken ze van die hoge gebouwen?
Oma: Dat vinden de mensen mooi, kind

Een wolkenformatie
die ik dreigend zou kunnen noemen.

De wolkenformatie lijkt op iemand.

Het is al weer over.

Zo gaat dat met wolkenformaties.

Gedichten p. 70 t/m 75, Totale poëzie p. 166 t/m 171

Het kind kijkt omhoog en ziet de hoge gebouwen en verwondert zich erover. Oma weet wel het antwoord. Omhoogkijkend gaat de aandacht direct naar het volgende: de wolken. Dreigend? Alleen de formatie van dat moment. Zo weer over.

Mooi om daar 5 pagina’s bij stil te staan en het te bepalen als een cyclus, wat rond is.

Nog één, en dan zijn we weer thuis:

(arsenaal)

Allus/zeg ik bij me
eige/beweeg wel/is
waar. En wat waar is,
is waar. Maar tog (goet, want met g)
is allus
1 grote Still.

              , armlam
tog weer blijve verwikkulle
in dit is dit nu poetry?

Ik ga nog eve door.
Want wat ik door ga geve,
iets te goet?

Sleutel video:
ik (meervout ix) tot
hoogste mag.

Edge magic
Sonoor wege. So Sweden
swing, so metro stop
Slinge…. direction Ho –
ho – home of parents
halte Hoogvliet.

Sampleton, p36

Alles beweegt maar is toch een still, een foto of ander stilstaand beeld om ergens de aandacht op te vestigen. Het schrijven staat ook even stil. De regel blijft leeg. De arm is lam, een writersblock. Misschien is dat extra wit juist wel poëzie?

Hij pakt de draad weer op. We hebben nog iets te goed. De kern van de zaak, blijkbaar vast te leggen op een video, dat de dichter een majesteit wordt, een meervoud, tot het hoogste mag, de top van de Olympus.

Maar dan blijkt hij toch maar gewoon in Rotterdam te zijn, in de metro (sonoor wege lijkt me een spelletje met spoorwegen), de ene stop na de andere ho, langs Slinge, langs het huis van zijn ouders, uiteindelijk halte Hoogvliet, in Rotterdam Zuid. We zijn weer thuis. Ik ben het maar.