Chris van Geel (1917 – 1974) woonde in Groet en later in Egmond. Zijn werk wordt door de Stichting Chris J. van Geel en Elly de Waard in de herinnering gehouden. De volgende 2 gedichtjes komen uit zijn bundel Het Zinrijk (1971).
Ononderbroken eenzaam
leren de zwijgzame struiken
verrukking: wind in het blad.
Ik loop in een droom de weg
van wie zich door de netels roeit:
een put vol onkruid in de zee.
De kleine gedichtjes van Van Geel tellen vaak niet meer dan drie of vier regels over bijvoorbeeld de bladeren in de herfst, de zee, de wind, een pad of een boom. Het zijn kostbaarheden.
In het eerste gedicht wordt het struweel leven ingeblazen door de wind. Wat zwijgzaam en eenzaam is, wordt begeesterd. Ik moet denken aan een regaal, opgebouwd uit rietstengels die muziek gaan voortbrengen als ze samen tot het blaasinstrument zijn gemaakt.
Bij de tweede gedichtje moet ik terugdenken aan de keer dat we in de Pyreneeën wandelden door hoog opgeschoten varens en brandnetels, een weg banend met onze handen, zoals je ook in de zee kan lopen terwijl je met je handen het water wegduwt. Een put vol onkruid? Zeker.
In mijn leven, vol met zinvolle zaken, is het rijk dat in het Zinrijk van Chris van Geel zo secuur wordt verwoord, als een wandeling aan het strand of een blik door het raam naar de wolken. Het zinrijk is een soort koninkrijk. De zinnen hebben koninklijke rechten. De details worden verheven en krijgen als het ware koninklijke rechten – regalen. De miniaturen zelf worden even waardevol als waar ze naar verwijzen, dankzij de zinnen die de bewegingen van de bladeren, golven en dromen royaal nabootsen. Regalen voor de lezer.
Diverse bundels van Chris J. Van Geel zijn te koop in dit boekwinkeltje.