Maria Barnas

Maria Barnas (geboren in 1973) over scheppen en dichten.

JAJA DE OERKNAL

Jaja de oerknal hoor ik mezelf zeggen.
Hoe is het mogelijk dat dit in mijn mond past?
Het ontstaan een klont op mijn tong.

Stil. Angst is een zwerm die rust in een boom.
Of zijn het woorden die zich inktzwartop de takken verdringen. Het is een vorm

van paniek die opwelt in mij en als opvliegende
zwerm uit mijn keel breekt. Het heelal slaat
de vleugels uit. Wij klapwieken en juichen schril.

Uit: jaja de oerknal (2013).

Ik zat eens na te denken over de oerknal, het allereerste begin en de tijd daarvoor. De oerknal, zegt men, is het begin van alles. Ik vroeg me naïef af of er slechts 1 oerknal is geweest? En ook of er misschien in een verre toekomst nog eens een oerknal zou kunnen komen.

Voor de oerknal was er niets, althans nog geen materie. Maar was er al tijd voor de oerknal, of energie?

Een van de mooiste begrippen van Jeroen Brouwers probeert te formuleren wat het niets is, de tijd voor je geboorte: “het tijdloze nergens van het onbestaan” (uit Jeroen Brouwers, Datumloze dagen, 2007).

Niets zegt dat je na je dood niet nog eens geboren kunt worden, desnoods in een andere gedaante. Of dat je voor je huidige bestaan al eens bestaan hebt.

Ik dacht, de oerknal, dat is zeker een onderwerp voor een gedicht. Ik ging op zoek en vond het gedicht van Maria Barnas.

In dat gedicht “ja ja de oerknal”, is het ontstaan van een gedicht een oerknal op haar tong. Verbazing daarover, en vervolgens schrik voor zoveel macht en voor de explosiviteit van het scheppen zelf. De taal creëert die wereld, ook de huivering en ontroering en aan het eind van het gedicht de voldoening: klapwieken en schril juichen over de opwellende zwerm uit haar keel.

Op het omslag van de bundel met idem dito titel staan de zwarte klapwiekende vogels, zoals ze de woorden voorstelt.

Fysici als de Britse Roger Penrose, vonden aanwijzingen dat er voor de oerknal al een eerdere of wellicht zelfs meerdere oerknallen ontploften. Een gedicht is ook geen eenmalige plaatselijke losbarsting van een werkelijkheid, maar slaat zijn vleugels herhaaldelijk uit. Natuurkundigen gaan er vanuit dat er meerdere heelallen zijn, niet oneindig veel, volgens Stephen Hawking, maar toch. Het is net poëzie. Jaja.